naar de Art-abstract thuispagina
   
  de KUNSTENAARS
en hun kunst
  verfijnd ZOEKEN
in de kunstwerken
  ARTIKELEN
over de kunstenaars
   
  FOTO'S van
vorige exposities
   
  KOPEN
en kunst-UITLEEN
   
  CITATEN
uit de abstracte kunst
  ARTIKELEN
over abstracte kunst
  CONTACT
         
 

citaten en quotes van de Duitse kunstenaar
Franz Marc - Blaue Reiter (1882 -1915)

  Citaten en quotes van
Nederlandse en Belgische
kunstenaars
Citaten en quotes
van kunstenaars
internationaal
 
     
  citaten en quotes, Franz Marc:
Kunst beoogt het onaardse leven dat achter alles leeft te onthullen en de spiegel van het leven te breken opdat we het wezenlijke in het gezicht kunnen zien.

Kunst is in wezen de meest stoutmoedige scheiding tussen natuur en 'natuurlijkheid' en is dat altijd geweest. Kunst vormt de brug met de wereld van de geest.

Is er wel een geheimzinniger idee voor de kunstenaar dan je voor te stellen hoe de natuur wordt weerspiegeld in de ogen van een dier? Hoe ziet een paard de wereld, hoe een egel, een hert of een hond?
Het is een armzalige gewoonte om dieren in een landschap te plaatsen zoals ze door de mens gezien worden. In plaats daarvan zouden we moeten denken over de ziel van de dieren, om zijn manier van zien te raden.

Heeft het wel zin om een appel te schilderen samen met de vensterbank waar hij op ligt? Als je zegt, het is het vraagstuk van 'atmosfeer en vlak' dan rolt het concept 'appel' al gauw in de berm naast de weg... ..Maar wat als we de (echte) appel willen schilderen, de prachtige appel? Of het hert in het bos, of de eikenboom? Wat heeft het hert gemeenschappelijk met het bekijken van de wereld zoals deze aan de mens verschijnt?

Heeft het enige rationele of artistieke zin om het hert te schilderen zoals het verschijnt op onze retina, of op de manier van de kubisten omdat we voelen dat de wereld kubistisch is? Wie zegt dat het hert de wereld kubistisch ervaart? Het is het hert wat ziet, en daarom moet het landschap 'hert-achtig' zijn. Dat is zijn predikaat!

De artistieke logica van Picasso, Kandinsky, Delaunay, Burljick, enzovoorts is perfect. Zij 'zien' het hert niet en daar geven ze ook niet om. Zij projecteren hun!! innerlijke wereld.

Ik zou een schilderij 'Het hert' kunnen maken. Pisanello heeft ze geschilderd. Ik zou ook een schilderij kunnen schilderen, 'Het hert voelt'. Hoe oneindig subtieler moet de sensitiviteit van de schilder zijn om dàt te kunnen schilderen! De Egyptenaren hebben het gekund. 'De roos', Manet schilderde hem. Maar 'De roos in bloei', wie heeft de bloeiende roos geschilderd? De mensen in India deden het; zij gaven het predikaat!

Als ik een kubus wil weergeven zou ik het kunnen doen op de manier zoals me geleerd is om een sigarendoos of zoiets te tekenen... ..De kubisten waren de eersten die ruimte niet langer als een subject schilderden: zij 'zeggen iets over' de ruimte; zij hebben het predikaat van het subject omgedraaid.

Het is tekenend voor onze beste schilders dat zij de levende wezens als onderwerp vermijden. Zij draaien het predikaat van het stilleven om. Het omkeren van het predikaat van levende dingen blijft (echter) een onopgelost probleem. Kandinsky houdt hartstochtelijk van alles wat leeft, maar om zijn artistieke vorm te vinden keert hij het (toch) om naar een schema.

Alles heeft een verschijning en een essentie, schelp en inhoud, masker en waarheid. Wat zegt het tegen de innerlijke bepaaldheid van de dingen als we de schelp bevoelen met onze vingers zonder de inhoud te kennen? Als we met verschijning leven in plaats van de essentie te bereiken, dat het masker van de dingen ons zo verblind dat we de waarheid niet kunnen vinden??

Elke bouwer en schepper van vorm en leven kijkt uit naar de solide grond, naar de rots waarop hij kan bouwen. Heel zelden vindt hij die in de traditie. Meestal bleek deze bedrieglijk en nooit solide. De grote scheppers zoeken hun vormen niet in de mist van het verleden. Zij doorgronden het meest innerlijke, het echte zwaartekrachtpunt van hun eigen tijd. Dat is de enige gids die hen kan helpen in hun werk.

Het mysterieuze woord 'waarheid' doet me altijd denken aan dat idee uit de fysica van 'een centrum van zwaartekracht'. Waarheid is altijd op weg. Zij is altijd ergens, maar nooit op de voorgrond; nooit op de oppervlakte.

De dag kan niet ver weg zijn (1914-15, fh) dat de Europeanen, de echte Europeanen die nu nog geboren moeten worden, zich erg verscheurd zullen voelen door vormloosheid. Ze zullen in pijn ernaar grijpen en ze zullen gaan zoeken naar vorm. Ze zullen de nieuwe vorm niet in het verleden zoeken en ook niet aan de buitenkant van de natuur, in haar gestileerde facade. Ze zullen de nieuwe vorm van binnenuit opbouwen volgens hun eigen nieuwe kennis.

De kunst die zal komen gaat vorm geven aan onze wetenschappelijke overtuigingen. Die kunst is onze religie, ons 'centrum van zwaartekracht'. Zij zal grondig en substantieel genoeg zijn om de grootste vorm te ontwikkelen, de grootste transformatie die de wereld ooit gezien heeft.

De wet van de natuur is het voertuig van de kunst. In deze tijd vervangen we deze wet met het probleem van de godsdienstigheid. De kunst van dit tijdperk zal ongetwijfeld diepe overeenkomst vertonen met de kunsten uit het verre verleden, uit de primitieve tijden, maar (dan) zonder de formalistische benaderingen die sommige gevoelloze anarchisten nu uitproberen.

Ik kreeg ineens een vreemd idee, het zette zich als een vlinder op mijn open hand, de gedachte dat lang geleden mensen al eens eerder, zoals alter egoos, van abstracties hielden, zoals wij nu doen. Veel objecten weg gestopt in onze musea kijken ons aan met vreemd verwarrende ogen. Wat maakte ze mogelijk, die producten van pure wil tot abstractie? Hoe kan iemand zulke abstracte gedachten hebben zonder onze moderne methodes tot abstract denken?

Ons Europese verlangen naar abstractie is niets anders dan sterk bewuste actie-hongerige vastberadenheid om de sentimentaliteit te overwinnen. Maar die vroege mensen hielden van abstractie (al) voordat ze sentimentaliteit waren tegengekomen.

Mijn instinct heeft me tot nu toe niet slecht geleid over het algemeen. Ik bedoel met name mijn instinct dat me heeft weggehouden van mensen met hun voorliefde voor beestachtigheid, de "pure beesten"... ..Een ander instinct bracht me van de dieren naar abstracties, wat me zelfs verder bracht. Het bracht me tot het tweede inzicht, even tijdloos als de inzichten van India waarin de levende gevoelens in hun zuiverheid schijnen.

Toen ik jong was vond ik mensen er 'lelijk' uit zien; dieren leken veel mooier en zuiverder. Maar toen ontdekte ik in hen ook zo veel dingen die lelijk en wreed waren en instinctief door een innerlijke dwang werd mijn manier van afbeelden meer schematisch, meer abstract.

Bomen, bloemen, de aarde, zij allemaal toonden mij elk jaar meer en meer hun deformatie en hun weerzinwekkendheid, totdat ik me nu plotseling volledig bewust ben van de lelijkheid en onzuiverheid van de natuur. Misschien is het onze Europese manier van kijken die de wereld vergiftigd en verscheurd laat zien. Daarom ook droom ik van een nieuw
Europa.

Kandinsky achtervolgt deze waarheid met passie, en ik hou daarom van hem. Je hebt misschien gelijk als je zegt dat hij als persoon niet sterk en zuiver genoeg is, en dat zijn gevoelens daardoor algemene deugdelijkheid ontberen en slechts gericht zijn op sentimentele hypersensitieve romantiek, maar zijn pogingen blijven prachtig: zij tonen een grootsheid in eenzaamheid.
(citaten en quotes, Franz Marc - Blaue Reiter)